We verlaten Luang Prabang en boeken een VIP-bus naar Vang
Vieng. Deze stad ligt ongeveer halfweg richting Vientiane en lijkt ons een
leuke tussenstop. Het wordt een reis met hindernissen. De bus vertrekt met een
uur vertraging. De weg, nochtans de hoofdweg N13, ligt er verschrikkelijk bij.
Om de haverklap moet de bus over stukken met kiezel hobbelen. Weer wat verder
zijn er werken. En dat allemaal door een bergachtig gebied waar onze zogezegde
VIP-bus met moeite boven geraakt. Tot de tweede versnelling lukt het, maar als
hij naar zijn derde wil schakelen, gaat die zo hard schokken dat hij moet
terugschakelen. Wat een busreis van ongeveer 5 à 6 zou moeten zijn, wordt
uiteindelijk een trip van 9 uur.
Onderweg zien we grootscheepse werken: pijlers van
spoorwegbruggen worden opgetrokken, de bodem wordt gevlakt. Allemaal om een
hogesnelheidstrein aan te leggen. Het zijn de Chinezen die de werken uitvoeren.
Hun plan is om een nieuwe zijderoute te bouwen vanuit Kunming (China) tot in
Singapore. Het stuk in Laos zou in 2025 klaar moeten zijn. Dat is vier jaar
later dan gepland. Eerst stelden de chinezen voor om alle kosten voor hun
rekening te nemen. Als compensatie vroegen ze de exploitatierechten op alle
grondstoffen die te vinden zijn binnen een afstand van 1 kilometer langs de
spoorlijn. Die deal is uiteindelijk niet doorgegaan. Hoe de Laotiaanse regering
hun deel van de kosten gaat betalen is mij nog niet duidelijk. Hoe kan een land
dat er nog niet in slaagt om zijn hoofdweg deftig te onderhouden, zo'n duur
project financieren? Ok, door de tgv zullen er meer toeristen richting Laos
afzakken, maar of dat voldoende zal zijn om de kosten te dragen, betwijfel ik.
Later horen we van Belgische fietstoeristen die twee jaar
geleden dezelfde weg hebben gefietst dat die er toen vlekkeloos bij lag. Maar
de vele camions voor de tgv-werken hebben de wegen hier fel beschadigd.
Ik heb ondertussen ook de Laotian Times ontdekt, een
Engelstalige krant in Laos. Uit die artikels blijkt toch dat niet iedereen in
Laos op de tgv-lijn staat te springen. Waarom niet eerst zorgen voor een
degelijke wegeninfrastructuur voor iedereen vragen sommigen zich af. Maar
wellicht weegt voor de regering het feit dat het land hiermee een indirecte
toegang tot de zee kan krijgen, zwaarder door dan alle andere tegenargumenten.
In Vang Vieng krioelt het van de toeristen. Het is Chinees
Nieuwjaar en de Chinese toeristen zijn naar hier afgezakt om samen met de
Koreanen die hier het hele jaar lang de dienst uit maken, de hotels te
bevolken. Vang Vieng is gekend voor avontuurlijk toerisme: kayaken, tubing,
ziplining, rotsklimmen enz... De stad was begin deze eeuw uitgegroeid tot een
centrum van drank en drugs. Toen in 2012 een 12-tal jongeren om het leven kwam
door een fatale cocktail van drugs, drank en avontuur, greep de overheid, na
aandringen van de Australische regering, fors in. Alle zaken zonder vergunning
werden gesloten en het leven is weer genormaliseerd. We willen een fietstocht
ondernemen naar enkele watervallen, maar door de wegenwerken en het daarmee
gepaard gaande stof, wijzigen we onze plannen. We fietsen naar de overkant van
de rivier en willen de grotten gaan bezoeken. We slaan van de weg af, betalen
een inkomticket en trekken (denken we) richting grot. We klimmen de rotsen op.
We blijven klimmen tot we tegenliggers tegen komen. "Hoe ver is de
grot?" vragen we. Er blijkt helemaal geen grot te zijn. We zijn op weg,
zonder het te weten naar het mooiste uitkijkpunt uit de streek. We klimmen nog
ruim een half uur verder tot we een bordje zien met 'nog 50 meter'. Het worden
de lastigste. We klimmen langs touwen van steen naar steen naar boven en bereiken
het uitkijkpunt. We worden beloond, want hier boven kunnen we drank kopen. Een
hutje met asbesten golfplaten beschermt ons tegen de zon.
De dag nadien trekken we er opnieuw op uit met de fiets,
richting een andere grot en de Blue Lagoon. Een mooi fietstochtje langs een
landelijke weg met links en rechts het karstgebergte. Toeristen in
gemotoriseerde buggies vliegen ons voorbij. De lagoon is uitgegroeid tot een
waar pretpark waar honderden Aziatische toeristen zich amuseren. Sommigen komen
met een zip-line de berg af, anderen springen in het water, nog anderen klimmen
naar de grot met de liggende boeddha. Families picknicken op de rustplaatsen
langs het water. Ze genieten er volop van. Wij klimmen naar de grot met de
liggende boeddha. Een stevige klim naar een grot die buiten het Boeddhabeeld
eigenlijk niet zoveel voorstelt. Na een verse noedelsoep fietsen we terug
richting stad. We willen een beeld krijgen van de rivier die we steeds opnieuw
zien. We huren een boot die met ons de rivier afvaart. Het is een verfrissend
moment bij 36 graden Celsius.
De dag nadien laten we Vang Vieng voor wat het is en boeken
een bus richting Vientiane. Met ruim een half uur vertraging pikken ze ons op
aan ons guesthouse. Een klein busje volgeladen met toeristen staat ons op te
wachten. Onze bagage gaat op het dak en wij krijgen de laatste plaatsjes
toegewezen. Opnieuw is de weg barslecht, maar naarmate we de hoofdstad naderen
verbeteren de wegen. 4 uur onderweg voor een trip van 155 kilometer, het valt
nog mee, onze ervaringen indachtig.