vrijdag 8 maart 2019


Uitstap naar het Nam Nghum meer

Terwijl we aan het ontbijten zijn, begint het regenen. De eerste regen na een maand Laos. De paraplu die de Laotianen de voorbije dagen gebruikten om zich tegen de zon te beschermen, heeft een andere functie gekregen. Hopelijk brengt dat onze trip naar het meer niet in het gedrang. Pong, de man van Green Discovery waarbij we de trip geboekt hebben, is stipt op tijd om ons op te pikken. Het is de 2de dag in februari dat het regent, zegt hij. Gaan we onze tocht kunnen doen?, vragen we. We zullen zien, is het voorspelbare antwoord. Ruim een uur later is de regenbui voorbij. We stoppen bij een lokale markt. Een propere markt met massa's vis en rijst. Laotianen eten drie keer per dag hun 'sticky rice', soms met een sausje, soms met wat vis of vlees. Ook buffelhuid kan je hier in repen kopen. Ze koken dit en knabbelen daar dan op, als een soort snack. Erg populair naar het schijnt. Ook de traditionele Hmong kleren en stoffen kan je hier kopen.
Een half uurtje verder verlaten we de hoofdweg en komen we in de jungle terecht. Daar zijn verschillende boeddha beelden uit de rotsen gekapt. Volgens onze gids dateren ze uit de 6de of de 8ste eeuw. Veel informatie is er niet over beschikbaar, maar de omgeving is weer prachtig, met tal van grote opvallende bomen.

Na twee uur bereiken we ons doel, de dam op de Nam Nghum rivier. Het is de eerste dam in Laos gebouwd, in de jaren '60. Een hydro-elektrische centrale zorgt voor groene stroom. Vietnamezen zijn nu bezig om een nieuwe, meer rendabele en performante centrale te bouwen. Het is een van de 50 dammen die nu in Laos gebouwd zijn. Vorig jaar is er een dam doorgebroken. Een echte ramp: 100 doden en 600 gezinnen die hun huis en grond zijn verloren. De oorzaak? Pong vertelt ons de officiële uitleg: er waren verschillende oorzaken. Was het niet de winsthonger van het Koreaanse bedrijf en moeten zij niet voor de kosten opdraaien, vragen we een beetje stout. Pong aarzelt. Nee, de regering gaat de mensen vergoeden. Blijkbaar mogen de relaties met Zuid-Korea niet verzuren want heel wat Koreanen komen op toeristische uitstap naar Laos en toerisme is naast de mijnbouw de tweede belangrijkste bron van inkomsten voor Laos. Verkoop van groene (hydro-elektrische ) stroom staat op nummer drie. Binnenkort wordt een dam op de Mekong in dienst genomen, weet Pong ons te vertellen.

Wat verder bereiken we het meer dat tot stand is gekomen door de dam. Groepen toeristen en Laotianen komen hier naartoe om op het water te varen. Het is prima georganiseerd. Aan de wal is er een keuken die de boten voorziet van eten. Alles wordt op de boot gebracht en van zodra we vertrekken kunnen we onze lunch nuttigen. Een boot vol monniken gaat ons voor. Wij zien nu de dam langs de andere kant.
Na een uurtje varen langs de vele eilandjes op het meer, zetten we onze tocht verder. Volgende stop, een zoutwinning. Het grondwater blijkt hier erg zout te zijn. We komen terecht op een bedrijvigheid du jamais vu. Water wordt in stenen bakken gepompt en opgewarmd tot het kookt. Wat overblijft is kilo's zout. Houtafval van houtzagerijen wordt als goedkope brandstof gebruikt. Ik film alles en trotseer mee met de werkmannen de hitte en de zoute dampen. Ook de vrouwen helpen mee de vuren op te poken. Kinderen lopen ook rond in deze gevaarlijke en ongezonde werkomgeving. Een harde job om het zout op je rijst te verdienen.

Op de terugweg naar Vientiane stoppen we nog even op een markt, gespecialiseerd in de verkoop van insecten. Krekels, wormen, in alle mogelijke vormen en gedaanten worden hier verkocht. Gelukkig zijn ze al gekookt of geroosterd. Ik proef er eentje. Ze smaken helemaal niet slecht. We moeten nog wennen aan dit voedsel dat wel eens het eten van de toekomst zou kunnen worden. Zeer rijk aan proteïnen en eiwitten. Maar de weerstand zit duidelijk tussen onze oren.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten