Pakse is de uitvalsbasis van waaruit we het Bolaven-plateau
willen verkennen. Als bij toeval slapen we in hetzelfde hotel als waar koningin
Mathilde verbleef in 2017. Wat zij betaalde weet ik niet, maar onze kamer is in
elk geval niet duur. Het Bolaven-plateau is het meest bekend omwille van de
lekkere koffie die hier geteeld wordt. Het is voor een groot deel robusta die
ze hier kweken en minder de meer gekende Arabica variëteit. Van zodra we op het
plateau zijn, rijden we van de hoofdweg naar de grootste waterval van Laos, de
Tad Fan. Het water duikt hier zowat 120 meter naar beneden, in een diepe kloof.
Je kan hier met een zip-line over de kloof schuiven, met tussenin een tafeltje
met een tas koffie. Wij verkiezen een tas koffie met de voeten op de grond. Het
is een prachtige plek, heel idyllisch. Enig nadeel, je kan de waterval enkel
vanop afstand bekijken.
Anders is het met de ietwat verder gelegen Tad Yuang.
Veel minder hoog, maar wel erg toegankelijk, zowel langs de boven als de
benedenkant. Vrouwen van lokale minderheden weven en verkopen hier prachtige
stoffen. We laten ons verleiden en kopen twee tafellakens, goed voor 12€, steun
aan de lokale economie.
We stoppen even verder bij een koffie resort, waar een
kleine tentoonstelling alle geheimen van de koffie prijsgeeft. Na een lekkere
noedelsoep trekken we naar mr. Hook. Hij woont in een animistisch dorp. Mensen
die daar wonen geloven in allerlei voortekens van hun voorouders en guru's en
zouden alle moderniteit aan zich laten voorbij gaan. Hij trekt met ons door de koffievelden
om zijn rondleiding te eindigen in het dorp. Het ziet er allemaal erg armoedig
uit en we weten niet goed of we alles wat mr. Hook ons vertelt kunnen geloven.
Het dorp staat vol met schotelantennes en mensen lopen rond met hun smartphone.
Houden zij wel vast aan hun oude tradities of zijn het enkel nog de ouderlingen
die deze godsdienst aanhangen? We weten het niet.
We komen aan in Tad Lo waar we overnachten. De volgende dag
wandelen we door het dorp, op weg naar twee watervallen. Een prachtige omgeving.
Als we de rivier verder volgen, komen we uit aan een ander dorp. Mannen,
vrouwen en kinderen zitten in het water. Ze wassen zichzelf en hun kleren. De
kinderen spelen en dartelen in het water. Moeten zij niet op school zitten
vragen we ons af. Het is hier nogal armoedig. Het grootste deel van de woningen
zijn nog in hout, stenen woningen zijn hier in de minderheid. Dat is helemaal
anders dan wat we in andere streken van Laos hebben gezien, waar de stenen
huizen de overhand halen op de houten.
Het gasthuis Palamei waar we verblijven is een rustig oord.
We leven hier samen met de Laotiaanse familie die het gasthuis heeft uitgebouwd.
Mathilde, een jonge Française, is hier sinds zes maanden de gastvrouw die de
boel hier managet. In de late middag geeft ze de kinderen Engelse les. Het is
de eerste keer dat iemand ons juiste informatie kan geven en voorstellen op
maat formuleert. Interessant.
De derde dag op de Bolaven trekken we met de eigenaar van
het Palamei guesthouse naar een natuurgebied een beetje verder. Hij leidt ons
naar twee prachtige grotten, de Tam Kabe grotten. Hier geen enkele toerist,
maar wel de prachtigste grotten die we al hebben gezien in Laos. Na een korte
lunch trekt onze gids met ons verder de jungle in. Het is er ongewoon prachtig
en groen, niettegenstaande de droogteperiode. Het klimmen en dalen doet ons wat
afzien, maar de tocht was de moeite waard. De tocht en de autorit biedt ons de
gelegenheid om wat meer op te steken over het leven in Laos.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten